15 november 2018 | 5 min leestijd |
De lage rughernia wordt vaak verkeerd gediagnosticeerd en we lijken het maar niet te doorgronden of te begrijpen hoe we het goed kunnen behandelen. Het kan subtiel zijn en zich bovendien uiten op verschillende manieren waardoor gemakkelijk de verkeerde oorzaken worden toegewezen.
Het is altijd mogelijk dat verschillende oorzaken zich vergelijkbaar uiten
Ik kom dit vaak tegen in patiënten die al gediagnosticeerd zijn met vaak ofwel Piriformis-syndroom of een SI-gewrichtsdisfunctie en hebben gehoord dat dat de oorzaak is van hun uitstralende pijn. Het is altijd mogelijk dat verschillende oorzaken zich op een vergelijkbare manier uiten, maar het blijft de verantwoordelijkheid van de specialist om via grondig onderzoek tot een diagnose te komen. Als een therapeut dit probleem verkeerd diagnosticeert kan dit vaak leiden tot onnodig meer en langere pijn en onzekerheid bij de patiënt, en bovendien tot wantrouw.
De lage rughernia ontstaat vaak onverwachts omdat we niet per se verkeerde bewegingen maken (of dat denken we tenminste). Er zijn veel redenen waardoor het kan ontstaan, dus laten we kort naar het proces kijken. Als eerste moet er sprake zijn van stress op een lage ruggenwervel, vaak de vierde of vijfde, afhankelijk van of je te veel zit/autorijdt, te veel traint, niet genoeg hersteltijd neemt en/of niet genoeg voedingsstoffen consumeert.
Ten tweede is de ruggenwervelschijf een speciaal geval omdat het geen directe bloedtoevoer bevat, wat betekent dat het helingsproces erg traag verloopt. Dit is totaal anders bij een spier die constant toegang heeft tot voedingsstoffen via uitgebreide netwerken van bloedhaarvaatjes. Dit betekent dat zodra het wervelschijfweefsel is beschadigd je drastisch de juiste omgeving moet creëren zodat het weefsel voedingsstoffen krijgt en herstelt. Als je dit niet doet herstel je suboptimaal en is de kans groot dat je constante pijn of een erg kwetsbare rug zult houden.
Onze lichamen verschillen en onze bewegingen dus ook
Een ander belangrijk aspect dat vaak over het hoofd wordt gezien is je lichaamsbouw. We vergelijken onszelf van nature met anderen en nemen dus aan dat we dezelfde fysieke taken zouden moeten kunnen verrichten als iemand anders. Streven hetzelfde te doen als een ander kan een goede stimulans zijn om je fysieke capaciteiten te verbeteren maar kan ook leiden tot problemen. Elke centimeter die je langer bent of elk verschil in de hoek van een bepaald gewricht zorgt dat je lichaam een andere bewegingsstrategie heeft. De vraag is, kan je lichaam er mee omgaan en/of moet je daarvoor eerst meer kracht ontwikkelen in dat lichaam(sdeel)?
Problemen van het diagnosticeren van een hernia
Het diagnosticeren van een hernia kan soms moeilijk zijn omdat het zich verschillend uit in verschillende mensen. Dit leidt vaak tot verwarring bij therapeuten die afhankelijk zijn van stereotypische uitingen. Ze vergelijken de symptomen van de patiënt met cliché tekstboekvoorbeelden of met vorige gevallen, met als gevolg dat ik vaak hoor hoe hernia’s pas maanden later via onderzoek worden vastgesteld omdat de chronische pijn maar niet verdwijnt. Wanneer ik patiënten ontvang die zijn gediagnosticeerd met iets anders dan een hernia of wervelweefselverstoring lijkt het in mijn ervaring vaak alsof de therapeut terughoudend is om een wervelprobleem te diagnosticeren en daarom maar eerst voor een andere diagnose gaat. In veel gevallen wil hij of zij eerst sterke aanwijzingen zien via een uitgebreid onderzoek. De therapeut wil bijvoorbeeld een uitstulpende wervel of beklemde zenuwwortel kunnen zien. Het probleem is echter dat de vorm van de wervel significant verandert wanneer de patiënt staat versus zit of vooroverbuigt of ligt (zoals wanneer de MRI-scan wordt gemaakt). Daarom stellen onderzoekers voor dat de therapeut eerst de diagnose maakt via orthopedische, neurologische en functionele tests en vervolgens beeldvorming als extra middel gebruikt om deze te bevestigen, en niet andersom.
Zoek bij twijfel altijd een professional om de mogelijkheid van een hernia uit te sluiten en, als die er wel is, achter de beste manier te komen om er goed van te herstellen. Te horen krijgen dat je pijnstillers moet nemen en het even twee weken aan moet kijken of dat je je stroeve gewrichten moet laten masseren is een erg onvolledige benadering. Tijdens het zoeken naar zo’n expert kan je alvast beginnen met het creëren van een omgeving die weefselherstel faciliteert door de druk van je rug weg te nemen, lichte en gematigde romp stabilisatie-oefeningen te doen en regelmatig rustige, draaglijke wandelingen te maken. Wandelen pompt de zwelling weg en activeert kleine spieren in de onderrug die verantwoordelijk zijn voor het stabiliseren van je wervelkolom, wat je herstel bevordert.
Doctor Of Chiropractic at Chiropractie & Revalidatie
Chiropractor with interests in functional rehabilitation/movement and nutrition.